‘De weg naar Meschede was niet erg ver, van Warsten amper een dagtocht. Er lag echter een venijnige klim vlak voor de stad. Daarbij was zij ook nog eens moeilijk begaanbaar. Niet in het minst omdat het opnieuw begon te regenen.
In en rond Meschede hadden de pelgrims meer mogelijkheden om te overnachten. Rondom de door de graven van Arnsberg geregeerde stad bevonden zich de burcht op de Eversberg, het Walburgisstift voor vrouwen, de Hünenburcht en de Sint Michaelskapel. Broeder Dankwart had besloten bij die laatste onderdak te vragen. Dan waren zij al aan de nederzetting voorbij. De laatste klim vergde nog veel inspanning van de reizigers en hun ezel. Na het passeren van de brug over de Ruhr ging de weg in korte tijd redelijk steil omhoog. Eenmaal boven aangekomen was de beloning groot. De dikke wolkenlaag begon open te breken en er kwam voorzichtig een waterig zonnetje tevoorschijn. Het uitzicht over het Ruhrdal was onbeschrijflijk. In het dal lag de nederzetting. De burcht op de Eversberg lag bijna in een rechte lijn met de Hünenburcht, hun torens staken fier de lucht in. Terwijl zij nog op adem stonden te komen, wees Dankwart zijn kompaan op die markante punten.’
Veel lange eenzame bospaden die vaak traag omhoog kropen om vervolgens kort te dalen. Waarna opnieuw een stijging werd ingezet. De dag begon met regen. Het stoorde mij even weinig als de vele vogels. Zij zongen hun hoogste lied, terwijl ik van lieverlee steeds een toontje lager begon te zingen. De weg leidde via Eversberg naar Meschede. Ik had af kunnen snijden, maar wilde me toch aan de route van de pelgrims houden. In het dorp zou ik in eerste instantie niet omhoog klimmen naar de burcht ruïne, maar ik voelde me (nog) top. Na de beklimming en even gemene daling was de fuut er uut.
De afdaling naar Meschede was feitelijk relaxed, maar de rug begon al op te spelen. De beklimming van de kruisweg naar de Klausenkapelle (15%) was een volgende aanslag op de broze rug. Iedere truc en elke oefening was nutteloos. Het zorgde voor de nodige frustratie, maar het gezang van de vogels en de vele mooie vergezichten sleepten mij er doorheen. Kort na Berghausen werd ik verrast door de aanblik van een prachtig kasteel. Het draagt de toepasselijke naam Laer. Helaas te ver en te moe om even snel te bezoeken.
Na een volgend gehucht moest ik via een extreem stijgend pad mijn weg vervolgen. Zenuwscheuten teisterden de onderrug, maar staan blijven of gaan liggen was ook geen optie. De laatste extreem traag stijgende kilometers sloopten de rest van het beetje overgebleven moraal. De afsluitende daling maakte gelukkig iets weer goed.
Maar na een frisse opknapbeurt sloeg de stemming alweer om. Morgen wacht de volgende uitdaging.
Ardea Alba © 2024 – Alle rechten voorbehouden