In ‘Ditmar’, het tweede deel van het boek, keert de benedictijnse monnik Dankwart terug naar de abdij waar hij ooit zijn intrede deed. De rijksabdij Corvey in Westfalen, op dat moment nog altijd een machtig bolwerk met grote invloed. In zijn kielzog de jonge Coevordenaar Ditmar.
Het is het begin van een pelgrimstocht dwars door Europa. Vanuit Coevorden, via Corvey en Aachen, komen de pelgrims uiteindelijk aan in de Langue d’Oc, het land van de Bon Chrétiens. Onderweg maken zij kennis met de gewezen non Patreice de Maguelone. Samen met haar ontdekken de mentor en zijn leerling, ieder op hun eigen manier, nieuwe verbindingen met het Goddelijke. Het Land van de Katharen en de Goede Christenen maken een onuitwisbare indruk op de reisgenoten. Vanuit Rènnas, het huidige Rennes le Chateau, trekken zij ten slotte verder naar het Einde van de Wereld. Nadat de drie het graf van de apostel Jakobus hebben bezocht, vestigen zij zich in de omgeving van Finis Terrae (Fisterra, Finisterre).
In 2019 besloot ik zelf al eens het eerste gedeelte van deze bijzondere tocht te maken. Ik wilde ervaren wat de pelgrims hadden ervaren, ook al zijn te tijden uiteraard niet te vergelijken. Waar ooit de uitgestrekte velden en bossen lagen waar de paden doorheen kronkelden, staan nu onnoemelijk veel windmolens en zijn de wegen druk en vol. Toch bracht de tocht naar Höxter en Corvey mij veel materiaal voor het tweede deel van de kroniek. Voor 2024 staat een tweede tocht gepland, het deel naar Kornelimünster en dan naar de Dom in Aachen. Lang geleden, in 2012 heb ik zelf de tocht naar het graf van de apostel al eens gemaakt. Van Beziers, via Rènnas en Montségur, steeds verder naar het westen. Via de Camino del Costa en de Primitivo naar Compostela, om tenslotte te eindigen in Fisterra. Die belevenissen staan op een andere blog beschreven en op de site wordt naar het boekwerk van die pelgrimage verwezen.
Klik op de afbeeldingen om de tochten te volgen. Bedenk dat er spoilers verteld kunnen worden!
Ardea Alba © 2024 – Alle rechten voorbehouden